Jaarrekening

Toelichting:

De lasten voor bestemmingsplannen kunnen per jaar behoorlijk fluctueren doordat de doorlooptijd en procedurekosten niet rechtstreeks beïnvloed kunnen worden. Omdat de kosten niet geactiveerd kunnen worden, zouden jaarlijks ofwel overschotten ofwel tekorten ontstaan. Om een gelijke belasting over de jaren te verkrijgen is deze reserve gevormd.
Voor bestemmingsplannen is een regulier jaarbudget beschikbaar. Dit budget is bedoeld voor de ambtshalve noodzakelijke actualisaties van de plannen en voor dekking van de procedurekosten (vanaf besluitvorming raad). De kosten voor het opstellen van nieuwe bestemmingsplannen worden in rekening gebracht bij de initiatiefnemer. Intern zijn dit de projecten, extern de particuliere ontwikkelaars. De procedurekosten van nieuwe ambtshalve aanpassingen aan bestemmingsplannen komen wel ten laste van het reguliere budget. Op 1 januari 2024 is de Omgevingswet in werking getreden. Vanaf dat moment was het niet langer mogelijk om nieuwe bestemmingsplannen op te starten. Maar voor het einde van 2023 zijn nog wel negen bestemmingsplannen vastgesteld of als ontwerp ter visie gelegd. Deze plannen worden volgens de oude procedure afgerond. Dat betekent ook dat tegen enkele van die plannen beroep is ingesteld bij de Raad van State en deze plannen dus nog niet onherroepelijk zijn komen vast te staan. Ook lopen nog enkele procedures door over nog oudere bestemmingsplannen. Het is niet bekend wanneer de beroepszaken worden behandeld. Dat zou ook na 2025 nog het geval kunnen zijn. De middelen die wij normaal gesproken in bestemmingsplannen steken is vanaf 1 januari 2024 nodig om het omgevingsplan (partieel) te herzien. Dit is het reguliere proces na invoering van de Omgevingswet. Het structurele budget van € 180.000 is, naar wij nu kunnen inschatten, voldoende om de noodzakelijke (partiële) herzieningen van het omgevingsplan. Op een groot deel van de beschikbare middelen in deze reserve ligt beslag vanuit het project Omgevingswet.