Domeinen

Sociaal domein

Doel 2.1.3 Inkomensondersteuning

We bieden ondersteuning aan inwoners die terecht een beroep doen op het gemeentelijk vangnet, zodat ze niet onder de Zwolse armoedegrens hoeven te leven

Toelichting op realisatie doel

Het jaar 2024 is het jaar waarin de focus op financiële stabiliteit en welzijn van huishoudens centraal stond. Na de uitdagingen van voorgaande jaren, waaronder de coronacrisis en de energiecrisis, bleef de druk op de portemonnee van veel Nederlanders groot. De hoge inflatie en stijgende kosten van levensonderhoud maakten het voor velen moeilijk om rond te komen. Het kabinet heeft opnieuw maatregelen genomen om de koopkracht te versterken en de financiële druk te verlichten. Als gemeente blijven we ons inzetten om inwoners te ondersteunen in hun bestaanszekerheid. Door inkomensondersteuning en schuldhulp te bieden, helpen we onze inwoners om financieel stabiel te blijven en armoede en schulden te voorkomen of op te lossen. Dat is nodig voor meer financiële bestaanszekerheid en kansengelijkheid en ook omdat daardoor de kans op duurzame arbeidsdeelname wordt vergroot. In 2024 hebben we verder ingezet om onze inkomensregelingen toegankelijker te maken. Desondanks bereiken we nog niet iedereen die recht heeft op inkomensondersteuning in Zwolle. Daar blijven we ons voor inzetten.

De voorlopige cijfers van 2023 (CBS) laten zien dat in Zwolle 10,3% van de huishoudens een inkomen heeft tot 110% van het sociaal minimum (6.100 huishoudens) en 15,1% van de huishoudens (8.900 huishoudens) tot 130% van het sociaal minimum. Sinds 2016 was er een dalende trend, maar in 2023 zijn de percentages weer op het niveau van 2021 en daardoor iets hoger dan in 2022 (10,1% en 14,9%). Deze ontwikkeling is in lijn met de landelijke trend. De cijfers laten ook zien dat het aandeel Zwolse kinderen dat in een huishouden met een laag inkomen (tot 130% van het sociaal minimum) woont, sinds 2016 daalt van respectievelijk 10,7% in 2016 naar 9,8% in 2021 naar 9,2% in 2022. De voorlopige cijfers over 2023 laten een lichte stijging zien naar 9,7%.

Eind 2024 is aan 3.775 Zwollenaren een bestandsuitkering (Participatiewet, IOAW en IOAZ) verstrekt. Er is sprake van een stijging van het volume ten opzichte van het jaar 2023 (eind 2023 3.608 Zwollenaren).

Zowel landelijk als in Zwolle was er vanaf 2021 een toename van het aandeel huishoudens met geregistreerde problematische schulden volgens CBS. In Zwolle steeg het percentage huishoudens met problematische schulden van 6,7% in januari 2021 naar 7,3% in januari 2024. Dit betreft 4610 huishoudens in Zwolle.   
Gelukkig vinden ook steeds meer mensen met financiële zorgen de weg naar hulp. Het aantal aanvragen bij schulddienstverlening is toegenomen. Ook zijn er meer inwoners benaderd in het kader van vroegsignalering. In 2024 zijn 7161 inwoners benaderd ten opzichte van 4705 in 2023. De financiële spreekuren bij het Deltion College hebben de hoogste bezoekersaantallen sinds jaren. In 2024 zijn 925 studenten geholpen tegen over 771 studenten in 2023. Ook de spreekuren bij Op Orde worden in toenemende mate bezocht.

Toelichting realisatie activiteiten

  • In 2024 hebben we de vroegsignalering geïntensiveerd. In 2024 maakte schulddienstverlening een professionaliseringsslag. In de loop van 2024 zijn we ruim 600 inwoners per maand in Zwolle met een hulpaanbod gaan benaderen.  
  • In 2024 hebben we onze jongeren aanpak geïntensiveerd. Een schuldenspecialist en wijkteammedewerker benaderen deze jongeren en zetten huisbezoeken in om de drempel tussen de jongere en hulpverlening te slechten. Door de combinatie van specialismen wordt er ondersteuning geboden op alle leefgebieden. De effecten voor jongen zijn duidelijk gunstig. We leggen contact met jongeren en kunnen met kleine interventies grotere problemen voorkomen. Met het opgebouwde vertrouwen kunnen de hulpverleners een brede vorm van ondersteuning bieden. Voorbeelden hiervan zijn:
    • doorleiding en begeleiding bij intensieve schulddienstverleningstrajecten;
    • doorverwijzing voor WMO indicaties;
    • check en hulp voor beschikbare minimaregelingen zoals participatiefonds en tegemoetkoming hoge ziektekosten;
    • hulp bij sollicitatieprocessen als stap naar financiële zelfstandigheid;
    • inzet team VIA (bemoeizorg) bij uitzonderlijke situaties.
  • We ontwikkelden de basisdienstverlening schuldhulpverlening door. In lijn met rijksbeleid maken we een professionaliseringsslag met de “basisdienstverlening schuldhulpverlening”. We zorgen voor nog betere en toegankelijkere hulp bij schulden. Vanaf 2024 gaan we bij een eerste signaal van een inwoner (achterstandsmelding, contactformulier, hulpvraag bij partner) zonder drempels in gesprek. Bij iedere type hulpvraag (van preventief budgetbeheer tot problematische schulden) vindt er een gesprek plaats met een regievoerder schulddienstverlening die met integrale blik kijkt wat er nodig is.
  • We hebben eind 2024 onze dienstverlening voor ondernemers met geldzorgen geïntegreerd tot één loket. Het Regionaal bureau zelfstandigen en Team Ondernemers en Geldzaken helpen voortaan integraal onze ondernemers met een hulpvraag over geldzorgen.
  • In 2024 is het project Verbeteren toegang en vereenvoudiging inkomensregelingen gestart met een aantal activiteiten die moeten bijdragen aan het vereenvoudigen en toegankelijker maken van inkomensregeling. Deze activiteiten dragen bij aan de beleidsdoelstelling om te zorgen voor financiële bestaanszekerheid van inwoners in Zwolle. Het project loopt ook nog in 2025 door. Bij punt 1 en 2 staat een toelichting op de hoofdactiviteiten van het project in 2024.

1. Het verbeteren van de bestaande dienstverlening (quick wins)
Proactief informeren & hulp bieden van aan inwoners die contact opnemen met gemeente.  
Actief inwoners opzoeken en helpen die geen gebruik maken van regelingen door: het verspreiden ‘Laat geen geld liggen’-gids, informatie verspreiden via Warm Thuis en hulp bieden bij het doen van aanvragen van regelingen aan de balie inkomensondersteuning in het stadskantoor
2. Het vereenvoudigen van het beleid.  
In 2024 zijn de verordeningen voor 3 inkomensregeling vereenvoudigd. De vereenvoudiging zit hem met name in het terugdringen van de bewijslast en de mogelijkheden om regelingen ambtshalve toe te kennen te verruimen. Daarnaast krijgen de regelingen meer eenduidige aanvraag- en uitkeringstermijnen. Aanpassingen van de verordeningen zijn akkoord bevonden door het college en gaan in met terugwerkende kracht per 1-1-2025. De raad zal hier in het voorjaar 2025 over beslissen.

  • Inkomensregelingen - Vanaf 2024 is de draagkrachtgrens bij bijzondere bijstand, verruimd tot 130% van de bijstandsnorm. We hebben de draagkrachtgrens verhoogd van 110% naar 130% van de bijstandsnorm om meer mensen met een laag inkomen te kunnen ondersteunen. We verlenen bijzondere bijstand voor noodzakelijke kosten die niet kan worden betalen vanuit de bijstandsnorm, vaak eenmalige, onverwachte, hoge kosten. Onder bepaalde voorwaarden kan bijzondere bijstand worden verkregen, rekening houdend met eigen middelen.

Financieel overzicht doel

In onderstaand overzicht wordt op doelniveau de volgende informatie gepresenteerd:

  • De totaalbedragen die door de raad beschikbaar zijn gesteld voor 2024, opgedeeld naar:
    • Vastgestelde begroting 
    • Begrote kredieten die in 2024 via exploitatie worden verantwoord
    • Vastgestelde begrotingswijzigingen
  • De jaarrekeningcijfers
  • Het voordelige (+) of nadelige (-) resultaat ten opzichte van de begrote bedragen

Baten en lasten (bedragen x €1.000)

Lasten

Baten

Toevoeging aan reserves

Onttrekking aan reserves

Saldo

Vastgestelde begroting

75.953

55.531

0

0

+ mutaties kredieten

0

0

0

0

+ begrotingswijzigingen

13.150

9.283

0

1.347

Begroting t/m december

89.103

64.814

0

1.347

- Jaarrekening

89.637

66.357

0

1.253

Resultaat doel Inkomensondersteuning

-534

1.543

0

-94

Saldo

914

Financiële toelichting activiteiten (verschillenanalyse)

De activiteiten van doel 2.1.3. hebben per saldo € 914.000 minder gekost dan begroot. Dit komt voornamelijk door het voordeel op de BUIG en kinderopvangtoeslagenaffaire. De lasten laten een nadelig saldo zien van € 534.000 en de baten een voordelig van € 1.543.000 . Er is € 94.000 minder onttrokken aan de reserve. Dit wordt als volgt verklaard.

De hogere last is veroorzaakt door:

  • € 347.000 hogere last aan de kinderopvangtoeslagenaffaire (KOT) dan begroot. Voor de KOT wordt jaarlijks alleen de apparaatskosten van tevoren begroot. De daadwerkelijke lasten worden pas gedurende het lopende jaar bekend, dus niet geraamd. Bijdrage van het Rijk tegenover.
  • kleine afwijkingen minder dan €100.000 op ziektekostenregelingen, armoedebestrijding, studietoeslag en kindregeling.
  • €436.000 hogere last aan de TOZO, die niet waren geraamd. De TOZO regeling was tijdens de coronapandemie ingevoerd om ondernemers te helpen. De terugvorderingen worden door de gemeente ontvangen en weer terugbetaald aan het Rijk; last is afdracht aan het Rijk.
  • €331.000 lagere last aan de BUIG ten opzichte van de begroting. In tegenstelling tot de inschattingen bij de begroting is het bijstandsvolume minder hard gestegen. Hierdoor is het tekort op de BUIG niet €5,2 mln. maar € 4,5 mln. Een voordeel van € 0,7 mln. Hiertegenover staat een hogere toevoeging aan de voorziening oninbare bijstandsvorderingen van € 0,4 mln, waardoor er per saldo een voordeel van € 0,3 mln resteert. Dit betekent overigens ook dat de gemeente Zwolle, in tegenstelling tot de afgelopen jaren, voor 2024 geen beroep doet op de vangnetuitkering.

De hogere baat is veroorzaakt door:

  • € 546.000 hogere baat van het Rijk ten behoeve van de KOT. De goederen en de diensten die de inwoners ontvangen vanuit de plan van aanpak, wordt volledig vergoed door het Rijk. Ook ontvangt Zwolle normbedrag voor de apparaatskosten, deze normbedragen zijn meer dan kostendekkend.
  • € 58.000 lagere baat door ontbrekende opbrengsten van regiogemeenten voor uitvoering WSNP (wettelijke schuldsanering). In 2025 worden er geen bijdragen verwacht, hierdoor ook geen ontvangst meer begroot.
  • € €430.000 hogere baat met betrekking tot terugvorderingen van TOZO-gelden. De uitvoeringskosten worden gedekt uit eerder gereserveerde middelen voor apparaatskosten.
  • In september is bekend gemaakt dat het definitieve budget op de BUIG €62.544.000 is, in de begroting staat de ontvangst op € 61.204.000 en vangnet €649.000; het verschil is dus een voordeel op de baat.

De lagere onttrekking uit de reserve is veroorzaakt door:

  • reservering € 94.000 m.b.t. een onttrekking geraamd die niet is geëffectueerd, onbenut ruimte bij de toeslagenaffaire. Dit is een regeling waarvan de inzet van tevoren niet vast te stellen is. Voor 2024 was er meer begroot aan apparaatskosten dan nodig.
Deze pagina is gebouwd op 06/13/2025 13:22:06 met de export van 06/13/2025 13:13:22